Als er iemand is die weet wat het is om een leerling op te leiden, is het wel Dino Soepenberg. Jarenlang monteur en leerlingbegeleider in midden- en laagspanning geweest, maar er lonkt een nieuwe baan: die van wv’er, ofwel Werkverantwoordelijke. ‘Ik moet er nog een opleiding voor volgen, dus eigenlijk ben ik ook weer leerling’, zegt Dino met een brede lach. Hij heeft zelfs z’n eigen praktijkbegeleider bij Baas in Foxhol: Gerald Huberts, een ervaren wv-collega.
‘Heel veel’ leerling-monteurs heeft hij in achttien jaar Baas begeleid, zegt Dino. ‘Het bedrijf groeit, er komen regelmatig nieuwe mensen bij. Op kantoor kijken ze meestal wel bij welke ploeg een nieuwe leerling het beste kan worden geplaatst. De ene monteur is er beter geschikt voor dan de andere om iemand te begeleiden. Waarom ze bij mij uitkomen? Ik denk omdat ik de jongens het hoe en wat goed kan uitleggen. En je moet er ook een beetje het geduld voor hebben hè. Het gaat zelden in één keer goed.’
‘Geef het door’ heet het interne Baas-programma om vakmanschap over te dragen. Voor Dino gaat de begeleiding verder dan alleen maar de vaardigheden. ‘Ik ga altijd eerst het gesprek met de jongens aan. Wat is hun achtergrond? Wat is hun vooropleiding? Ik vind het ook belangrijk te weten met wie ik te maken heb. Wat die leerlingen in hun vrije tijd doen bijvoorbeeld. Je hebt er weleens jongens bij die in het weekend lopen te beunhazen, zoals ik het noem. Dat zijn de jongens die wel willen, die zijn technisch georiënteerd.’
‘Dino heeft al veel leerlingen onder zijn hoede genomen in Drenthe en Groningen. ‘Van leerlingen die alles nog moeten leren tot volwaardige monteurs die bij een ander bedrijf hebben gewerkt. Die hoef je alleen nog maar te overgieten met het Baas-sausje.’ Met achttien jaar Baas-ervaring kan hij snel genoeg zien of een leerling een blijvertje is. ‘Na een week heb je een redelijk beeld. Het kan ook zijn dat de persoonlijke klik er niet is. Dan kan de desbetreffende persoon altijd nog bij een andere ploeg het gaan proberen.’ En die klik is er al snel met de 49-jarige Dino. ‘Zo jong krijgen we ze hier ook niet binnen. Meestal hebben ze al iets van werkervaring als ze bij ons komen. Het is al gauw eind-twintig. En ik voel mezelf ook nog redelijk jong!’
Afhankelijk van het opleidingsniveau heeft hij een eigen cursuspakket. ‘Als ik een trafo midden- of laagspanning aan het aansluiten ben, lopen ze mee. Dan doe ik een aansluiting, dan zij, dan ik, dan zij. Dan hebben ze vergelijkingsmateriaal. Je begeleidt ieder op zijn eigen manier. Ze moeten ook nog hun weg vinden in het magazijn, op kantoor, in de systemen. Digitaal wordt steeds belangrijker bij Baas.’
Als Werkverantwoordelijke gaat z’n dag er heel anders uitzien, weet Dino nu al. ‘Ik zal niet veel meer op de sleuf staan. Het wordt meer een dag op kantoor. Je hebt geen vaste projecten meer. Maar je hebt nog wel veel met de monteurs te maken. Bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat ze veilig kunnen werken.’ Leerlingen moet hij in ieder geval het enthousiasme voor Baas hebben bijgebracht. ‘Ja, het bevalt goed bij Baas. En als het ergens goed bevalt, waarom zou je dan weggaan? Je hebt hier veel vrijheid. Niemand die constant over je schouder meekijkt.’ Al heeft hij tijdelijk in collega-wv’er Gerald Huberts wel weer iemand die zich met zijn werk bemoeit . ‘Ha ha, ik ben zelf ook weer leerling. Ik moet zelfs nog een opleiding gaan volgen!’